Het verhaal achter de velgen
De maat van een velg wordt weergegeven in inches.
Een velg in de maat 6x14 is 6 inch breed en heeft een diameter van 14 inch.
Wie zijn meetlat erbij pakt en de velgbreedte gaat controleren komt bedrogen uit; de meetlat geeft meer aan dan 6 inch.
Dit komt doordat de velgbreedte wordt weergegeven over de binnenkant van de velgrand, zoals in onderstaande tekening is te zien.
Als richtlijn geldt dat er aan beide zijden een halve inch moet worden opgeteld om de werkelijke breedte te verkrijgen.
Voor degenen die een lesje wiskunde hebben gespijbeld: 1 inch = 2,54 cm.
De ET van een velg, ook wel de offset of Einpress Tiefe genoemd, bepaald hoever een velg naar binnen valt of naar buiten steekt in de
wielkast. Een ET van 38 wil zeggen dat het bevestigingspunt 38 mm aan
de buitenkant van het midden van de velg ligt (zie schematische
tekening).
Steekt een velg te ver naar buiten, dan moet er een velg met een
hogere ET worden gemonteerd. Bij ET 42 valt de velg 4 mm meer naar
binnen dan bij ET 38. Omgedraaid geldt: Hoe lager de ET, hoe meer een
velg naar buiten steekt.
Fabrikanten produceren elke velgtype maar in een beperkt aantal
fitments. Het kan dus zo zijn dat de velg die je gekozen hebt niet
gemaakt wordt in een ET waarde die voor jouw auto geschikt is.
Of de velg van je keuze ook daadwerkelijk past op jouw auto kun je
het best navragen bij je plaatselijke velgenspecialist. Deze weet in
welke fitments de velg geleverd wordt en zal je o.a. op basis van de
ET-waarde adviseren de velg wel of niet te monteren. Hier is geen
ijzeren regel voor. Natuurlijk zijn er per autotype bepaalde
toleranties, maar ook persoonlijke voorkeur speelt een rol. De ene
automoblist wil tot het uiterste gaan en is bereid de carrosserie iets
aan te passen, terwijl de andere automoblist hier absoluut niets van
wil weten.
De
steek van een wiel heeft betrekking op de bevestiging. De steek
wordt omschreven met 2 cijfers: het aantal boutgaten en de diameter
van de denkbeeldige cirkel die door het hart van de boutgaten
getrokken kan worden. Een steek van 4x100 betekent dus dat de velg 4
boutgaten heeft met een steekcirkel van 100 mm. Bij velgen met 4
boutgaten is het meten van de steekcirkel eenvoudig omdat de boutgaten
loodrecht op elkaar staan. Je kunt dan een liniaal pakken en van hart
tot hart meten. Bij velgen met 5 boutgaten wordt het meten wat
lastiger. Je zult dan een denkbeeldige cirkel moeten tekenen, zoals in
de tekening hiernaast.
Ze
worden als zeer exclusief beschouwd: meerdelige velgen. Deze
vaak prijzige velgen zijn uit 2 of 3 losse delen opgebouwd. Je kunt ze
herkennen aan de sierlijke boutjes waarmee de delen aan elkaar zijn
verbonden (dit gaat niet altijd op, er zijn ook 1-delige velgen met
een 2-delige look: de boutjes zijn dan puur voor de sier).
Naast status zijn er technisch
gezien geen voordelen om voor 2-delige of 3-delige velgen te kiezen.
Vaak geldt ook dat als zo'n velg eenmaal uit elkaar is gehaald, je de
velg nooit meer goed in elkaar kunt zetten. Wie denkt bij
stoeprandschade eenvoudig het buitenste deel van de velg te vervangen
heeft het dus mis.
Bij
de montage van de velgen op de auto is het van groot belang het
juiste bevestigingsmateriaal te gebruiken. De originele bouten of
moeren zijn niet altijd geschikt voor de montage van de lichtmetalen
velgen. Als er bouten of moeren worden geleverd bij de velgen die je
hebt aangeschaft, gebruik deze dan altijd in plaats van de originele
bouten of moeren.
Let bij het aandraaien van de bouten of moeren op de juiste
aandraaivolgorde. Volg altijd een kruislings patroon, zoals in de
schematische weergaven hiernaast. Zo voorkom je dat de velg scheef
getrokken wordt en vroegtijdig vast loopt op de schroefdraad.
Het vastzetten van de bouten of moeren dient met een momentsleutel
te gebeuren. Het gebruik van luchtgereedschap (in werkplaatsen) is
sterk af te raden.
Als je wielen demonteert en je bent van plan deze op een later
tijdstip weer te monteren, markeer dan de banden met een krijtje.
Gebruik de afkortingen RV, LV, RA, LA voor respectievelijk rechts
voor, links voor, rechts achter en links achter. Door de wielen bij
montage weer op dezelfde plaats te monteren voorkom je verslechterde
rij-eigenschappen (dit heeft te maken met de afslijting van het
loopvlak van de band)
Veel
fabrikanten werken met een ringensysteem om een bepaalde velg
op meerdere typen auto's te kunnen monteren. Dit heeft te maken met de
naaf van de auto. De naaf is het best voor te stellen als het uiteinde
van de wiel-as van de auto. Het naafgat van de velg (het gat in het
midden) moet hier exact op aansluiten. Nu is het zo dat de diverse
autotypes verschillende naven hebben. Naaf 60 (mm) en 56 zijn
bijvoorbeeld 2 voorkomende maten. Normaal gesproken zou een velg met
een naafgat van 60 mm niet gemonteerd mogen worden op een auto die een
naaf van 56 mm heeft. Door een plastic of metalen ring in het naafgat
van de velg te plaatsen kan de diameter worden teruggebracht naar 56
mm, waardoor montage wel mogelijk is.
De centreerring zorgt er voor dat de velg netjes op z'n plaats
wordt gehouden. Zonder deze ring zou de velg alleen door de bouten op
z'n plaats worden gehouden en is de kans op onbalans veel groter.